Maximale lengte tot 4 m (komt overeen met 1,5 ton). Zilvergrijs van kleur, rug bruin. Pelagische vissoort die tot ongeveer 360 m diepte voorkomt. Het vrouwtje legt een zeer groot aantal eieren (1,5-300 miljoen). Voorkomen/vangst: In alle oceanen; in de oostelijke Atlantische Oceaan. Tot de hoogte van Midden
MAASBANKER
Zie makreel, hors-
MAKREEL (Scomber scombrus).
Maximale lengte 66 cm (komt overeen met 1,8 kg), meestal 35-45 cm. Spoelvormig lichaam. Rug en bovenzijde van de flanken blauwgroen met zwarte onregelmatige lijnen en vlekken, onderzijde van de flanken en de buik wit met roze en goudkleurige weerschijn. In de eerst rugvin 11-13 stekels. Het maximale geregistreerde gewicht is 3400 gram, de maximaal […]
MAKREEL, BLAUWE HORS- (Trachurus picturatus).
Maximale lengte 60 cm. Rug grijs tot blauwgroen, flanken en buik zilverachtig tot wit; zwarte vlek op de kieuwdeksels. Lijkt zeer veel op de Middellandse Zee horsmakreel. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van de Golf van Biskaje tot Mauritanië; westelijke Middellandse Zee.
MAKREEL, GAFFEL- (Trachinotus ovatus).
Maximale lengte 70 cm, meestal 35 cm. Rug donkergroen, flanken en buik zilverachtig. Opvallend zijn de 3-5 donkere, verticale vlekken op de flanken ter hoogte van de zijlijn. Punten van rug-, anaal- en staartvin zijn zwart. Komt voor in de brandingszone in helder water. Voedt zich met ongewervelde dieren. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van Denemarken […]
MAKREEL, GOUD- (Coryphaena hippurus).
Maximale lengte 2 m (komt overeen met 39,5 kg), meestal tot 1 m. Pelagische vis die soms de kusten nadert. Leeft in tropische en subtropische wateren. Volgt schepen en houdt zich op bij drijvende voorwerpen. Snelle zwemmer, tot 50 km/ uur. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van NoordSpanje zuidwaarts tot Zuid-Afrika; Middellandse Zee; voorts in alle tropische […]
MAKREEL, HORS-, MAASBANKER (Trachurus trachurus).
Maximale lengte 60 cm, meestal 30 cm. Rug grijszwart tot blauwgroen, flanken en onderzijde zilverachtig wit; zeer kleine zwarte vlek op de rand van de kieuwdeksels. Meestal in water met een diepte van 100-200 m (tot maximaal 500 m). Soort die gewoonlijk op de bodem leeft, maar ook af en toe aan het oppervlak komt. […]
MAKREEL, MIDDELLANDSE-ZEEHORS- (Trachurus mediterraneus).
Maximale lengte 50 cm. Rug zwart tot grijsachtig blauwgroen, flanken lichter, zilverachtig of wit; kieuwdekselranden hebben een zwarte vlek. Bodemsoort. Voornaamste voedsel wordt gevormd door sardien, ansjovis en garnaalachtigen. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van de Golf van Biskaje en de Portugese kusten tot Senegal; in de Middellandse Zee de ondersoort T. m. ponticus.
MAKREEL, SPAANSE (Scomber japonicus).
Maximale lengte 50 cm, meestal tot 30 cm. Spoelvormig lichaam. Rug en bovenkant van de flanken groenblauw met vage golvende lijnen en ronde vlekken; tevens vage ronde vlekken op de onderzijde van de flanken; buik zilverwit. Zwemblaas (niet bij de gewone makreel). In de eerst rugvin 8-10 stekels. Aan de kust gebonden, tot ongeveer 250-300 […]
MAKREEL, VALSE HORS- (Caranx rhonchus).
De horsmakreel heeft een maximale lengte 60 cm, meestal 35 cm. Bruinachtige tot olijfkleurige rug, lichtolijfkleurig tot wit aan de onderzijde; zwarte vlek op de rand van de kieuw deksels. De tweede rugvin heeft een opvallende zwarte vlek en een lichter gekleurde vinzoom. Het vlees is stevig en vet maar wel vrij sappig en zacht. […]
MAKREELGEEP
zie geep, makreel
MARENE, GROTE,
Zie houting, oostzee.