Maximale lengte 2,8 m (komt overeen met 82 kg), meestal tot 1,6 m. Rug donkerblauw tot zwart, flanken bruinachtig met witte onderkleur, buik zilverwit. Eerste rugvin donkerblauw met veel zwarte vlekken. Deze rugvin is van voren opvallend hoog en zeilvormig. Grote vis met een lang gerekt lichaam, opvallend grote speervormige snuit, rond in doorsnede (een […]
MEERVAL (Silurus glanis).
Maximale lengte 3 m. Groenzwarte rug en flanken; naar onderen olijfgroen gevlekt; buik vuilwit met donkere vlekken. Zes tastdraden: twee lange op de kop voor de ogen, één in elke mondhoek, twee aan de onderkaak. Lange anaalvin tot aan de staartvin. Kleine rugvin ter hoogte van de borstvinnen.Voorkomen/vangst: Nederland, Zuid-Zweden, Midden-Europa en de voormalige Sovjetunie; […]
MEERVAL, AFRIKAANSE (Clarias gariepinus).
Maximale lengte 1,30 m. De kleur is zeer variabel: zwart, zwart met donker- of olijfgroene vlekken; de buik is altijd wit; de in onze streken gekweekte vorm is gemarmerd bruinachtig van kleur. In Afrika komt deze soort soms voor in wateren die nauwelijks nog als zodanig kunnen worden aan geduid: het is een zeer taaie […]
MEUN
Zie voorn, kop-.
MOERAAL
Zie aal, moer-
MOLENAAR
Zie voorn, kop-
MUL, GOUDBAND- (Upeneus moluccensis).
Maximale lengte 25 cm, meestal 10-15 cm. Kop en rug roodbruin of helderrood, flanken en buik wit; een heldere gele band loopt boven de zijlijn van de bovenkant van het oog tot de staartvin. Rugvinnen geel met drie horizontale rode strepen, borstvin kleurloos, buikvin geel, bovenlob staartvin wit. Een bodemvis die op een diepte van […]
MUL, RODE (Mullus barbatus).
Maximale lengte 30 cm, meestal 10-20 cm. Egaal rode of roze kleur. Korte snuit met twee grote kindraden. De kop maakt ongeveer een lijke Noordzee tot Senegal; Middellandse en Zwarte Zee. Tot op heden niet in de Nederlands Belgische kustwateren waargenomen (wel in de Duitse Bocht). De meeste exemplaren worden voor de Franse kust gevangen. Mul […]
MUL, ZEEBARBEEL (Mullus surmuletus).
Maximale lengte 40 cm, meestal 20-25 cm. Roodachtig met bruine schubranden, flanken roze met drie gele strepen in de lengterichting. De eerste rugvin is geelachtig met donkere vlekken. De kop maakt ongeveer een kwart van de totale lengte uit. Opvallende kindraden. Komt voor op ruwere, steenachtiger bodems dan de rode mul, maar ook op zand […]
MURENE
Zie aal, moer-
NEUSHAAI
Zie haai, neus-
NIJLBAARS
Zie baars, nijl-.