Maximale lengte 1,4 m (mogelijk zelfs 2 m), meestal ongeveer 50 cm. Rug zilverbruin, flanken bronskleurig met goudkleurige zijlijn. Kieuwdeksels met onduidelijk afgegrensde zwarte vlek. Binnenkant van de bek geel; vinnen bruinrood. De schubben laten gemakkelijk los. Twee rugvinnen, de eerste kort met stekels. Paaitijd april tot juli. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van Zuid IJsland, […]
OOSTZEEHOUTING
Zie houting, oostzee-.
OPKIJKER (Uranoscopus scaber).
Maximale lengte 55 cm, meestal 20-25 cm. Rug en flanken grijsbruin, gevlekt; buik geelachtig wit. Zwaargebouwde kop (een derde van totale lengte), met platte bovenkant. De ogen zitten boven de kop. De bek is verticaal geplaatst, met aanhangsels op de onderlip en een grijze loktentakel. Een zware gif stekel boven de kieuwdeksel; twee rugvinnen, waarvan […]
Paaigronden
Gebieden waar vissen in de paartijd samenscholen om kuit te schieten.
PALING
Zie aal.
PALING
ZEE-, zie aal, konger-
PANDORA (Pagellus erythrinus).
Maximale lengte 60 cm, meestal 20-25 cm. Helder roze-rode vis met verspreide blauwe vlekjes op de flanken (het verschil met de rode pandora is dat bij die soort de blauwe vlekjes meer langs horizontale banen staan); bovenzijde van de kieuwdeksels karmijnrood; een rode vlek bij de aanzet van de borstvinnen; binnenkant van de bek wit […]
PANDORA, RODE (Pagellus bellotti).
Maximale lengte 40 cm, meestal 20-25 cm. Zilverachtige rode kleur, vaak kleine blauwe vlekjes in rijen op de schubben; rode vlek bij het begin van de zijlijn en op de bovenrand van de kieuwdeksels; vinnen grijsachtig of roze, staartvin eindigt in een smalle rode zoom; binnenkant van de bek wit. Bewoner van steenachtige bodems met […]
pcb’s Polychloorbifenylen.
pcb’s Polychloorbifenylen. Niet-afbreekbare chemische gifstoffen die als vervuiling in het watermilieu voorkomen en zich ophopen in het vetweefsel van organismen aan het einde van de voedselketen.
Pelagische vissen
In volle zee vrijzwemmende vissen, niet gebonden aan de bodem, de bovenste waterlagen of de kust.
PELSER
Zie sardien.
PIETERMAN, GESTREEPTE (Trachinus radiatus).
Maximale lengte 42 cm, meestal 25-30 cm. Geelbruin; een groot aantal bruine vlekjes en korte streepjes op de rug en de bovenkant van de kop; in groter formaat dezelfde tekening op de flanken, met bruine ringetjes of delen van ringen in onregelmatige patronen; de rand van de staartvin is donkerder. Kustvis. Voorkomen/vangst: Middel landse Zee; […]