Maximale lengte 50 cm. Groengrijze rug, zilverkleurige flanken en buik. Punt van rug- en borstvinnen donker van kleur; overige vinnen kleurloos. Opvallend lange, vlezige en puntige snuit. Bek onderstandig. Door sommige auteurs beschouwd als een ondersoort van de grote marene, reden waarom bij vangststatistieken per soort vaak vraagtekens moeten worden gezet. In ieder geval is de houting een variant die zich, gezien de verschillende inheemse namen, duidelijk laat onderscheiden. Tot vroeg in de 20e eeuw een belangrijke zoetwatervissoort in onze streken. Voorkomen/vangst: Alleen in Oosteuropese landen en in de rivier de Vidå in Denemarken komen nog vermeldenswaardige hoeveelheden voor.
Home » Artikelen » Productinformatie » Vis » Vis soorten » HOUTING (Coregonus oxyrinchus).