Maximale lengte 40 cm, meestal 20-25 cm. Roodachtig met bruine schubranden, flanken roze met drie gele strepen in de lengterichting. De eerste rugvin is geelachtig met donkere vlekken. De kop maakt ongeveer een kwart van de totale lengte uit. Opvallende kindraden. Komt voor op ruwere, steenachtiger bodems dan de rode mul, maar ook op zand en modderbodems, tot op een diepte van 100 m; leeft meer afzonderlijk. Paaitijd mei tot juli. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van de noordelijke Noordzee tot Senegal; Middellandse en Zwarte Zee.
Home » Artikelen » Productinformatie » Vis » Vis soorten » MUL, ZEEBARBEEL (Mullus surmuletus).